7012

Heksen en heksenvervolgingen

Het standaardbeeld van een heks is nog altijd een lelijke oude vrouw met een puntmuts met daarop een grote wrat. Gekleed in een lang zwart gewaad tovert zij in een dampende ketel met ondefinieerbaar vocht. Heksen kunnen zich veranderen in een zware kat of een vleermuis en ze vliegen op een bezem door de lucht. 
  In de middeleeuwen waren bijgeloof en het geloof nog heel gewoon.Het geloof in kwaadaardige krachten van heksen kwam eeuwen geleden vooral voort uit geruchten. Zo zouden ze bij elkaar komen in geheime groepen en in ondergrondse schuilplaatsen offers brengen. Uit 15e-eeuwse bekentenissen blijkt dat er waarschijnlijk vrouwen waren die geloofden dat ze hadden deelgenomen aan nachtelijke reizen door de lucht onder aanvoering van een heidense godin. 

Na 1590 werden de heksen er door de hogere klasse ook nog van beschuldigd vrijwillig geslachtsgemeenschap met de duivel te hebben gehad tijdens de heksensabbatten. Daarbij werden de heksen gedwongen om de namen van andere deelnemers aan die sabbatten te noemen. Daardoor ontstonden er op grote schaal procesreeksen en massaprocessen. Ook kinderen, mannen, geestelijken en hoogwaardigheidsbekleders kwamen daarbij op de brandstapel.

In Duitsland gebeurde dit in de Walpurgisnacht (30 april - 1 mei) op de Blocksberg in de Harz. De op weiden en grasvelden wel voorkomende kringvormige plekken waar geen gras groeide of juist heel veel gras, werden in de voksmond  heksenkringen of heksenringen genoemd. Zij zouden zijn ontstaan doordat hier heksen, elfen of feeën hier in de maneschijn hadden gedanst. In elkaar gekrulde veren, in het hoofdkussen van een zieke gevonden, heetten heksenkransen en golden als bewijs van beheksing.

Het woord "heks" is afgeleid van de naam Hecate, de godin van de onderwereld, meesteres over de schimmen der doden. Sinds de 5e eeuw werd zij in Klein-Azië en later ook Griekenland vereerd als de godin van de hekserij en de toverkunst. Zij hielp de heksen bij het brouwen van hun gifkruiden en waarde 's nachts over de grafstenen, vergezeld van huilende honden. Wee degene die haar ontmoette.

Met één lichaam en drie hoofden is Hecate afgebeeld op het beroemde Pergamonaltaar (ca. 170 v. Chr.). Haar attributen zijn, naast fakkel, slang, gesel en andere symbolen van dood en onderwereld, ook de kathalos, een hoge gevlochten korf, als hoofdbedekking, of de maansikkel.

Paus Innocentius VIII gaf in 1484 het sein tot een grootscheepse heksenvervolging, die meer dan twee eeuwen zou duren.

Het Christendom greep deze geruchten en bekentenissen aan om "de oude religie"(het heksendom), die zij als hun grote concurrent beschouwden uit te roeien. "Heksen" kregen de schuld van alle ongelukken: ziekte en dood van mensen en vee, een mislukte oogst, een verdwaald kind.

Hekserij werd in eerste instantie gezien als het op bovennatuurlijke wijze aandoen van kwaad aan anderen. Rond 1375 werd daar door de hogere klasse aan toegevoegd dat de heksen een pact met de duivel gesloten zouden hebben.

Vooral oude, alleenstaande vrouwen die er angstaanjagend uitzagen, werden aangeklaagd als zijnde een heks. Als zij niet direct bekenden, nam de rechter zijn toevlucht tot een godsoordeel. De mensen geloofden namelijk dat een heks lichter van gewicht was dan gewone mensen. De van hekserij verdachte werd daarom geboeid in het water gegooid. Als zij zonk, nog voordat het touw werd opgehaald, was zij onschuldig en werd de aanklager bestraft. Zij die als heks werd gezien, vond echter bijna altijd de dood.

De meeste heksen bekenden alle beschuldigingen omdat ze gemarteld werden. Velen stierven al tijdens de marteling. Als ze zich na de bekentenis ook nog bekeerden, werden ze gewurgd voordat ze verbrand werden en zouden ze nog in de hemel kunnen komen.

De heksenvervolging heeft tussen circa 1330 en 1720 grote delen van Europa in zijn greep gehad en vele tienduizenden slachtoffers geëist. De meeste schattingen lopen uiteen van 30.000 tot 60.000 geëxetuteerden waarvan ongeveer 80% vrouwen. De meeste van die vrouwen waren ouder (meestal rond de 60), zeer arm, alleenstaand en machteloos. De heksenvervolging vond niet, zoals veel mensen denken, in de Middeleeuwen plaats, maar voornamelijk in de tijd van de Renaissance. 

Vooral in de 16e en 17e eeuw werden er veel "heksen" vervolgd en tijdens en heksenproces veroordeeld. De paus gaf hieraan zijn toestemming. Niet alleen oude vrouwen, maar ook jonge meisjes werden aangeklaagd. Vaak werden zij vreselijk gefolterd om namen te noemen van anderen die hadden meegedaan aan de heksensabbat. Bij schuldig bevinden werden zij doorgaans verbrand. In Engeland en Amerika werden zij opgehangen.

 

Hoe gek het ook klinkt, maar aan het geloof dat heksen lichter waren dan gewone mensen, hebben veel "heksen" hun leven te danken. In het stadje Oudewater stond een waag, waar ze éérlijk werden gewogen. Ze kregen een stuk papier mee, waarop stond hoeveel ze wogen en werden vrijgesproken. In 1610 werd in de Nederlanden de laatste "heks" door een rechter veroordeeld (niet ter dood !) Pas 150 jaar later was men in de rest van Europa zo ver. In 1692 vond in Salem in Massachusetts (VS) een massaproces plaats dat aan vele vrouwen en kinderen het leven kostte. Met de heksenprocessen was het geloof in heksen echter nog niet verdwenen.  Tot diep in de 18e eeuw lieten van hekserij en toverij verdachten zich in de heksenwaag van Oudewater wegen om hun onschuld te bewijzen. 

Toch is het onjuist deze "heksen" te zien als slachtoffers van een wreed bijgeloof. Er waren veel vrouwen die zichzelf als heks beschouwden en zelf ook geloofden in hun "toverkunsten". Sommige kruiden wekken inderdaad hallucinaties op, zoals het zweven door de lucht, dien doen denken aan de verhalen die over, en vooral ook door heksen, verteld werden.

Rond 1660 kwam het tot een grote mentaliteitsverandering bij de elite. Men werd sceptisch en verwierp het concept van onstoffelijke wezens. Pas na het verschijnen in 1691 van de Betooverde wereld door Balthasar Bekker liet de elite zijn ideeën over duivelspact en heksensabbat varen. Rechters begonnen heksenprocessen tegen te werken en de wetgeving werd zodanig aangepast dat heksenprocessen steeds minder tot een veroordeling leidden. De marteling werd afgeschaft. Rond 1720 waren er in Europa haast nergens meer heksenprocessen. De Verenigde Staten zouden pas later volgen.

laatst bijgewerkt: 28-09-10

colofon